Laat je beroven in het algemeen belang

‘Mensen moeten zich op straat niet laten omhelzen door onbekenden als dank voor een kleinigheid. Ook uitbundig handenschudden, een knuffel of het aanbieden van een cadeautje is verdacht.’ Dit is de opening van een artikel op www.opgelicht.nl. Het vertelt over ‘zogenaamd dankbare mensen’ die nietsvermoedende voorbijgangers omhelzen en hun tijdens het knuffelen kostbaarheden ontnemen. Volgens de politie zijn de liefdevolle overvallers vaak ‘van Oost-Europese afkomst’ en hebben ze het doorgaans op oudere mensen voorzien.

M’n hart breekt als ik denk aan al die ouden van dagen die dubbel genaaid worden. Én ze worden bestolen én ze worden blij gemaakt met een dode mus. Ze denken dat eindelijk weer ’s iemand in hen geïnteresseerd is en hun wat warmte wil geven, maar dan blijkt de nieuw gevonden vriend opeens een back stabbing bastard te zijn. M’n hart breekt. Dat meen ik.

Maar, m’n hart schreeuwt als ik de volgende passage lees in het artikel: ‘Geef onbekenden geen kans om fysiek contact te maken. En kijk meteen naar het kenteken als er plotseling een onbekende auto naast u stopt.’ Dit is het advies van de politie. Geef onbekenden geen kans om fysiek contact te maken?! Ik weet niet of je mijn eerdere blog hebt gelezen (ziehier), maar ik kan daar natuurlijk niet mee akkoord gaan. Er zou juist méér fysiek contact moeten zijn. We gaan al te veel als contactgestoorde angsthazen door het leven. En: kijk meteen naar het kenteken als een onbekende auto naast u stopt?! Stel je voor dat je de weg wilt vragen als je met je auto in een onbekende stad verdwaald bent. Je stopt naast iemand, je doet je raampje naar beneden en vraagt met je meest ontwapenende “ik ben niet van hier”-hoofd: ‘Mag ik u wat vragen?’ Het eerste wat je dan ziet is iemand die hoofdschuddend een foto maakt van de neus van je auto. Geen vriendelijke glimlach. Geen welkom gevoel. Nee, controle. Afkeuring.

Dan heb ik liever dat onze oudjes zich solidair opstellen en zich van al hun sieraden laten beroven. Take one for the team.

Gute Rechnung, keine Freunden

In Oostenrijk kwam ik vorig jaar op een terras een bekende tegen, Marion, die me vertelde dat ze samen met haar vriend Michael bezig was hun skiverhuurwinkel een opknapbeurt te geven. Ik zei haar dat ik nog wel wat tijd had en graag wilde helpen. Een paar dagen later belde ze me en vroeg of ik nog steeds zin en tijd had. Ik zei ja, en een uur later stond ik in m’n werkkleren twee lagen tapijt van de winkelvloer af te rukken die minstens twintig jaar geleden met lijm van de NASA leken te zijn vastgeplakt. Het was, plat gezegd, een teringklus. Ik heb nog wekenlang rondgelopen met de wonden die de blaren op mijn handen hadden achtergelaten. Maar, in Oostenrijk heb ik veel aan mijn boek gewerkt, dus na maanden waarin mijn enige werk bestond uit denkwerk vond ik het lekker om weer ’s eerlijk handwerk te doen.

Op zeker moment moest Michael ervandoor. Terwijl hij de deur al uitliep zei hij dat ik maar aan Marion, die langer bleef, moest laten weten hoe ik betaald wilde worden, cash of giraal. Ik liet weten dat ik niet was gekomen om geld te verdienen. Mijn hulp was een vriendendienst én ik vond het dus niet erg om weer even eerlijk handwerk te doen. ‘Gute Rechnung, gute Freunden,’ zei Michael en vertrok. Ik had meteen geen zin meer om te helpen. Vijftien minuten later ben ik dan ook – na gedag gezegd te hebben, natuurlijk – vertrokken, zonder te vertellen hoe ik betaald wilde worden.

‘Gute Rechnung, gute Freunden’, mein’ Arsch. Door iets te verzakelijken kan er geen sprake zijn van nabijheid of contact, zeker niet als het een daad uit vriendelijkheid en voor eigen lol is. Ik voelde meteen afstand toen Michael over betalen begon. Niet met iedereen hoef ik vrienden te worden, maar door iets te verzakelijken wat geen verzakelijking nodig heeft, haal je het normaal-menselijke uit een relatie en zou je net zo goed onbekenden van elkaar kunnen zijn. Het is alsof je de ander terug neemt in de tijd en hetgeen je samen hebt opgebouwd weer afbreekt.

Mensen zijn zo gewend om zakelijk met elkaar om te gaan, dat het ook de simpele dingen verpest, als je het mij vraagt.

Thuiswinkelen, de Kruidvat redemption

Op 9 maart schreef ik een stukje (zie hier) dat niet per se onaardig was over Kruidvat of zijn personeel, maar een loflied was het nou ook weer niet. Gisteren gebeurde me iets in hetzelfde Kruidvat met dezelfde medewerkster dat maakt dat ik graag een vervolg geef aan dat verhaal. De bewuste mevrouw die op 9 maart de kaartjes met ‘2+1 gratis’ weggriste voor de neus van mijn vriendin, heeft me namelijk een andere kant – of eigenlijk juist een zelfde kant – van zichzelf laten zien.

Vorige week zaterdag was er namelijk weer een 2+1 gratis-actie geweest (steeds verrassend, al-tijd voordelig, je weet toch), dit keer op alle Nivea-producten. En als ze zeggen alle Nivea-producten, dan bedoelen ze ook alle Nivea-producten. Tegenwoordig is het gelukkig geen schande meer om te zeggen dat je als man een crèmetje gebruikt, dus ik kan toegeven dat ik Nivea Q10 (for men) gebruik. Die potjes zijn echter vrij aan de prijs (ongeveer twaalf euro). Een 2+1 gratis voor Nivea laat ik daarom niet aan mijn ingevette neus voorbij gaan. Nu was ik vorige week niet heel scherp blijkbaar, want ik had ‘2+1’ gelezen, maar twee halen één betalen geregistreerd. Ik had dus maar twee Q10-potjes gekocht. Daar had ik mezelf één gratis potje Nivea Q10 door de neus geboord.

Dus ik, gisteren, op naar Kruidvat, bon in de hand als bewijsstuk. Achter de kassa stond de bewuste Kruidvat-mevrouw. Ik deed mijn best uit te leggen wat er gebeurd was en voor ik het wist had de medewerkster onder een kordaat: ‘Laat mij ’s kijken,’ de bon uit mijn handen gegrist (dat is blijkbaar haar ding). Al snel zag ze dat ik wel korting had gekregen, maar dat die niet overeen kwam met de prijs van de Q10. ‘Heeft u nog meer Nivea-producten gekocht?’ Mijn vriendin had drie stuks make-up remover van Nivea gekocht à 3 euro 25. Blijkbaar had de kassa een ingewikkelde rekensom gemaakt, waardoor het kortingsbedrag ergens tussen de prijs van die remover en mijn Q10 was uitgekomen. Of ik nog wist welk product mijn vriendin precies had gekocht en of ik dat dan even wilde halen, wilde de Kruidvat-mevrouw weten.

Toen ik terug kwam, stond de kassadame, haar onderarmen leunend op de balie van de kassa, gebogen over de kassabon. ‘Ik ben er volgens mij uit, hoor,’ zei ze. Op een leeg stukje papier van de bon had ze een rekensom gekrabbeld, die ik niet kon ontcijferen. Geduldig legde ze me uit hoe ze had gerekend, wat ze dacht dat de kassa vorig weekend had gedaan en welke truc ze nu ging uithalen om de kassa-administratie op orde te houden en mij tóch mijn gratis potje Q10 te laten krijgen. Ik zal je de details besparen – ik zou ze niet eens kunnen reproduceren – maar ik geloofde haar meteen volledig.

Intussen was de rij bij de andere kassa gegroeid tot een stuk of vijf wachtenden. Mijn Kruidvat-mevrouw liet zich daar niet door van de wijs brengen. Pas toen ze het helemaal had uitgelegd, rustig op de kassa had aangeslagen en met mij de transactie had afgerond, wenste ze me een fijne dag en zei ze: ‘De volgende.’

Terugdenkend aan dit voorval, denk ik allereerst dat deze mevrouw echt niet zo’n kwaaie is. Sterker nog, ze is een hele goeie. Een lieverd, zou ik bijna zeggen. Niet dat ik de vorige keer dacht dat ze zo’n naar mens was, helemaal niet, maar ik focuste me toen meer op haar verbeterpunten, zal ik maar zeggen. En allertweedst denk ik dat deze mevrouw juist weer géén punten heeft gescoord in de ogen van de mensen die in de andere kassarij moesten aansluiten. Die moeten zoiets gedacht hebben als: ‘Lekker, joh. Ze neemt er wel flink de tijd voor. Kan ze niet ons eerst helpen en daarna pas die jongen rekenles geven?’

The truth is in the eye of the beholder. En, je moet winkelpersoneel niet enkel beoordelen op hun skills als winkelpersoneel, zoals ik de vorige keer deed. Deze mevrouw scoort namelijk niet per se hoog op klantgerichtheid, maar wel op mensgerichtheid. Ze ziet volgens mij die mensen die in haar winkel binnenlopen niet als klanten, maar als mensen net als zij, met wie ze omgaat zoals ze ook omgaat met haar vrienden of familie. De ene keer is dat door een beetje lomp dingen voor de neus weggrissen en uitleggen dat je ook op tijd naar huis wilt. De andere keer is dat door alle tijd te nemen om een rekensommetje uit te leggen. Zou je vragen: ‘Doe je dat thuis ook?,’ dan zou ze waarschijnlijk ja zeggen. Is eigenlijk ook best wel fijn, dat thuiswinkelen.