In tijden van crisis moeten we ons tuintje aanharken

Soundtrack van deze column: Stay Alive van José Gonzalez.

Begin maart had ik nog vier adviesopdrachten lopen en was ik met mijn startup Weavr op stoom aan het komen. Toen kwamen meneer Rutte en meneer De Jonge en werd Nederland een heel ander land. De vier adviesopdrachten werden uitgesteld. Potentiële klanten voor de startup hielden hun adem in.

Uitstel werd afstel.

Ik had kunnen denken: I’ll sit this one out. Ik ga in m’n tuin in het bos zitten. Ik ga van m’n gezin genieten. Ik laat me niet gek maken.

Maar nee.

Ik ben elke dag en nacht aan het nadenken hoe ik in deze crisis waarde kan toevoegen.

Sinds die eerste coronapersconferentie ren ik rond, te redden wat er te redden valt. Of beter gezegd: te redderen wat er te redderen valt. Ik heb een videobeloptie in de Weavr-app laten bouwen. Ik heb acties bedacht en de wereld in geslingerd. Ik heb mijn netwerk gevraagd wat hun topprioriteiten zijn om te zien of ik daar van toegevoegde waarde zou kunnen zijn. Ik heb vacature- en interimsites bekeken.

Het heeft me wat opdrachten opgeleverd die me weer een paar maanden verder helpen. Maar die lopen toevallig alle drie volgende week af.

Dus blijf ik elke dag en nacht aan het nadenken hoe ik in deze crisis waarde kan toevoegen.

Doodmoe word ik ervan.

Ik dácht dat ik dat deed vanuit de wijsheid dat er maar twee soorten problemen zijn: die die je kunt oplossen en die die je niet kunt oplossen.

Vandaag sprak ik Enrique, een wijze man. Hij zei: ‘Jij bent van het proces. Je helpt organisaties door ze te laten zien welke stappen ze te gaan hebben om zich te ontwikkelen. Maar als het om jezelf gaat, snij je de bochten af. Wil je nú een oplossing.’

En hij had gelijk. Als ik onrust voel, wil ik die zo snel mogelijk wegmanagen. Of negeren door iets anders te gaan doen. Zolang ik hem maar niet hoef te voelen.

Ik dácht dat ik dat doe vanuit de wijsheid dat er maar twee soorten problemen zijn: die die je kunt oplossen en die die je niet kunt oplossen. En over beide hoef je je niet druk te maken. Want voor wat je kunt oplossen hoef je alleen nog maar even de oplossing te bedenken. En over wat je niet kunt oplossen heeft je druk maken geen zin, omdat het toch niet op te lossen is.

Maar dit blijkt maar twee derde van de wijsheid te zijn.

Candide zegt: ‘We moeten ons tuintje aanharken!’ na een reis over de wereld vol moord en doodslag, bedrog en huichelarij, domheid en slechtheid.

Hij adviseerde om een (al dan niet overdrachtelijk) groentetuintje aan te leggen. De tijd te nemen om de grond te bewerken, de zaadjes te zaaien, de jonge plantjes te verzorgen en te wachten tot ik kan oogsten.

Al pratend moest ik denken aan mijn favoriete boek van Frans op de middelbare school, Candide van Voltaire. Dat eindigt met de hoofdpersoon Candide die zegt: ‘We moeten ons tuintje aanharken!’ na een reis over de wereld vol moord en doodslag, bedrog en huichelarij, domheid en slechtheid. 

Als de wereld om me heen gek wordt, moet ik niet zelf gek worden. Dan moet ik terug naar eenvoudige dingen. Dingen die me terugbrengen naar de aarde.

Iets wat me bezighoudt terwijl er op de achtergrond, in mijn achterhoofd een procesje gaande is dat zin probeert te geven aan de gekte, en aan mijn rol erin.

Enrique gaf me een derde optie: de onrust zijn werk laten doen.

Enrique gaf me een derde optie, naast wegmanagen en negeren, die speciaal gereserveerd is voor problemen die zo complex zijn dat je nog niet kunt zeggen of ze oplosbaar zijn of niet: de onrust zijn werk laten doen.

Als ik zie wat er nu allemaal gebeurt in de wereld – anti-lockdowndemonstraties, aanvallen op goedbedoelende mensen door conspiracy-theory-gekkies, officiële en zelfbenoemde experts die elkaar de loef afsteken met de nieuwste en vaak tegenstrijdige inzichten, regeringen die in allerijl wetten in elkaar proberen te draaien om te laten zien dat ze deze ongekende uitdaging echt wel de baas zijn en bedrijven die in allerijl willen laten zien dat zij echt wel snappen wat er aan de hand is en dé oplossing hebben – dan lijkt het alsof niemand op dit moment gewoon zijn tuintje aan het aanharken is.

Het maakt mij niet uit, ik ben vanaf vandaag met míjn tuintje bezig, maar het zou fijn zijn als al die demonstranten, gekkies, regeringen en bedrijven ook hún tuintje eens aandacht zouden geven.

Niet voor mij, maar voor hun eigen ontwikkeling.


Olav de Maat is schrijver, ondernemer en organisatieadviseur. Hij heeft een Facebookpagina, een hond, een dochter en een vriendin.

Vanaf vandaag maak ik niemand meer zwart

Vandaag is George Floyd begraven. Van een afstandje volg ik de protesten na zijn dood. Over de hele wereld demonstreren mensen van alle kleuren, achtergronden en leeftijden tegen politiegeweld en raciale ongelijkheid. Ze hebben er genoeg van en laten dat zien.

En in de Verenigde Staten wordt er van alles in sneltreinvaart aan gedaan om te laten zien dat het nu menens is.

De betrokken vier agenten zijn niet alleen ontslagen, ze worden nu ook vervolgd voor moord en medeplichtigheid aan en aanzetten tot moord. In sommige staten is per direct een verbod op wurggrepen ingesteld. Er is een wet in de maak om agenten die ‘problematisch gedrag’ vertonen eerder te ontslaan. Er gaat gewerkt worden aan een nationale database die ‘problematische agenten’ registreert zodat ze, na ontslag in de ene plaats, niet in andere plaatsen opnieuw kunnen beginnen.

Ook in ons land gaan inmiddels geluiden op om de nekklem af te schaffen. Die werd berucht na de dood van Mitch Henriquez in 2015.

Dat ik denk dat het wereldbeeld dat blanke mensen hebben veel te maken heeft met hun beeld van zwarte mensen.

Gisteren was ik begonnen aan een post over al die solidariteit en daadkracht.

Dat ik die echt mooi vind. Dat ik me ook kwaad maak om zoveel onrecht, zoveel leed en zoveel stupiditeit van wetsdienaars en overheden. Maar dat de oplossing niet kan zitten in het stoppen of bestraffen van politiegeweld. Dat dat symptoombestrijding is. Dat dit veel fundamenteler is. Dat hier een wereldwijde cultuurverandering voor nodig is.

Dat activist James Baldwin in 1960 zei: ‘In some way the American vision of the world is all wrapped up with their vision of black men – which has to do with their vision of themselves. Black is evil. The saved are white.’

Dat ik geen Amerikaan ben en dus niet kan beoordelen of Baldwin gelijk had over het Amerikaanse wereldbeeld. Dat ik wel blank ben. En dat ik denk dat het wereldbeeld dat blanke mensen hebben veel te maken heeft met hun beeld van zwarte mensen. Dat zwart slecht is en wit goed. Dat ze dat niet hardop denken maar dat het wel in hun hersenen is gesijpeld, elke generatie opnieuw.

Dat Piet tot voor kort niet anders kon zijn dan zwart.

Dat onderzoek suggereert dat iedereen dat wereldbeeld heeft, zelfs donkere mensen.

Dat we als kind elkaar moppen vertelden over minderheden met een andere kleur of etniciteit. Dat we daar echt om moesten lachen. Dat we het over ‘turken’ hadden, als werkwoord, als we voor straf het schoolplein moesten schoonmaken. Dat Piet, de knecht van die blanke man met die lange baard, tot voor kort niet anders kon zijn dan zwart.

Dat we termen als ‘witte scholen’ en ‘zwarte scholen’ gebruiken. Dat we denken over stadsdelen als ‘witte wijken’ en ‘zwarte wijken’.

Dat vrouwen in Azië allerlei middeltjes gebruiken om er witter uit te zien.

Dat ik het een schande voor de wereld vind dat we met z’n allen al zo lang op deze manier, met zo’n bekrompen mensbeeld, met elkaar durven samen te leven.

Dat we gebukt gaan onder eeuwen van het zwartmaken van een donkere huidskleur.

Dat Malcolm X in 1965 zei: ‘We feel that the problem, number one, of the Black Man in America is beyond America’s ability to solve. It’s a human problem, not an American problem or a Negro problem.’

Dat hij dit zei om aan te geven dat het probleem van de Afro-Amerikaanse mens niet naar de Amerikaanse rechtbanken moest worden gebracht maar naar de Verenigde Naties. Dat het immers geen civielrechtelijk probleem was maar een schending van mensenrechten.

Dat dit inderdaad een schending is van mensenrechten. Én dat dit op een andere manier ook een menselijk probleem is: ieder mens heeft er last van. Dat we gebukt gaan onder eeuwen van het zwartmaken van een donkere huidskleur.

Dat het woord ‘zwartmaken’ alleen al bewijs is dat we een donkere kleur met negatieve dingen associëren.

Dat die combinátie maakt dat zoveel zwarte Amerikanen onnodig door politiegeweld om het leven zijn gekomen.

Dat, natuurlijk, de Amerikaanse politiecultuur verziekt is. Dat het grootste deel van de agenten daar volgens een methode werkt die is gebaseerd op een paar ‘onderzoeken’ die aantoonden dat zoveel mogelijk burgers aanhouden en van het slechtste uitgaan ervoor zorgt dat de criminaliteit daalt.

Dat die agenten allang zijn vergeten of nooit hebben geweten dat die onderzoeken in een paar van de slechtste wijken van het land waren gehouden en dat de kans dat je daar iemand terecht aanhoudt en verdenkt vele malen groter is dan op een willekeurige andere plek waar mensen gewoon hun eigen ‘business aan het minden’ zijn.

Maar dat het gaat om de combinatie van zo’n belabberd systeem met de manier waarop het overgrote deel van de mensen stiekem aankijken tegen donkere mensen. Dat die combinátie maakt dat mensen als Trayvon Martin, Dontre Hamilton, Eric Garner, John Crawford III, Michael Brown, Ezell Ford, Laquan McDonald, Akai Gurley, Tamir Rice, Antonio Martin, Jerame Reid, Charley Leundeu Keunang, Tony Robinson, Anthony Hill, Meagan Hockaday, Eric Harris, Walter Scott, Freddie Gray, William Chapman, Jonathan Sanders, Sandra Bland, Samuel DuBose, Jeremy McDole, Corey Jones, Jamar Clark, Aiyana Jones, Rekia Boyd, Timothy Russell, Malissa Williams, Tony Robinson, Jonathan Ferrell, Laquan McDonald, Bruce Kelley Jr., Alton Sterling, Philando Castile, Joseph Mann, Abdirahman Abdi, Paul O’Neal, Korryn Gaines, Sylville Smith, Terence Crutcher, Keith Lamont Scott, Alfred Olango, Deborah Danner, Abdullahi Omar Mohamed, Ahmaud Arbery, George Floyd en andere zwarte Amerikanen door politiegeweld om het leven zijn gekomen, ondanks dat ze ongewapend en ongevaarlijk waren.

Vandaag ben ik minder cynisch.

Dat het mooi is al die solidariteit en daadkracht maar dat ik me afvraag of groepen roepende mensen of het aanpakken van een paar ‘rotte appels’ een zo ingesleten en wijdverbreide cultuur kunnen overwinnen.

Maar vandaag ben ik minder cynisch.

Bedrijven als Amazon en Budweiser zeggen dat ‘black lives matter’. IBM stopt met het maken van gezichtsherkenningssoftware omdat het bedrijf niet ingezet wil worden door instanties die er kwaad mee doen. De National Football League heeft haar verontschuldigingen aangeboden voor het niet steunen van zwarte spelers. In heel Amerika worden naar racisme riekende monumenten verwijderd. Boeken over het kwaad van systematisch racisme kunnen niet worden aangesleept. Politiekorpsen worden gekort op hun budget. En Minneapolis, de stad waar het deze keer echt begon, kondigt zelfs plannen aan om haar politiekorps helemaal te ontmantelen en opnieuw te beginnen.

En dat na slechts twee weken protest. Die op ongekend brute wijze worden neergeslagen. Waarbij demonstranten door hun eigen president worden bedreigd.

Dit is ongekend.

Dit is ongekend.

Ik zou willen dat het niet zo ver had hoeven komen. Dat er niet zoveel onschuldige mensen op de meest respectloze en stomste manieren om het leven hadden moeten komen. Dat er niet zo’n verschrikkelijke man al drie jaar president was geweest van dat land.

Ik zou willen dat het ons lukt, hier in ons knurftige landje, om zonder slag of stoot voor altijd het ‘minder’ te scheiden van ‘Marokkanen’, het ‘Zwarte’ van ‘Piet’, de ‘oerwoudgeluiden’ van ‘het stadion’ en het ‘etnisch’ van het ‘profileren’.


Olav de Maat is schrijver, ondernemer en organisatieadviseur. Hij heeft een Facebookpagina, een hond, een dochter en een vriendin.