Met een vies gezicht – en een stukje keukenpapier – veegde mijn kantoorgenoot de poep van de keukenvloer. We checkten allebei onze schoenen. Onder mijn linkerschoen plakte een geelbruin stuk hondenpoep.
‘Mensen die hondenpoep niet opruimen verdienen een keiharde straf!’ riep ik uit terwijl ik naar buiten liep om mijn schoen aan het gras buiten af te vegen. Ook toen ik – met schone schoenen dit keer – naar binnen liep, zei ik luidkeels: ‘Echt! Als je niet het fatsoen hebt om de poep van je hond van de straat te halen, dan…’
Terug achter m’n bureau dacht ik aan de berger met wie ik was meegereden naar de garage in Baarn. Hij had mijn auto gisteren uit Amsterdam gesleept omdat de dynamo kapot was. We maakten een praatje onderweg van Amsterdam naar Baarn. Op zich prima maar hij was wel veel tekeergegaan. Over van alles en veel verschillende mensen: z’n ex, andere weggebruikers, de overheid. Veel van wat hij zei klonk niet onredelijk. Maar toch, het was veel gefoeter.
‘Veel mensen mopperen over anderen omdat de focus dan niet op henzelf komt te liggen. Aanval is de beste verdediging, je weet toch.‘
En hier liep ik, ook te foeteren. Wat ik zei was niet eens onredelijk. Maar toch, het was gefoeter.
Natuurlijk, mensen móéten hun hond niet overal laten kakken en meer hun best doen om hondendrollen op te ruimen. Maar ík was in de poep gestapt, ík was met poep onder mijn schoen naar binnen gelopen en ík had het op de keukenvloer laten liggen. Kortom, ík had niet opgelet.
En, ja, de ex van de berger zal vast echt de heks zijn die hij beweerde dat ze is. Maar dat het tussen hen niet werkte en dat zij hem nog steeds voor de rechter daagt kan niet alleen aan haar hebben gelegen. (Zie ook een eerder blog.)
Ik denk dat veel mensen mopperen over anderen omdat de focus dan niet op henzelf komt te liggen. Aanval is de beste verdediging, je weet toch. En het heeft biologisch gezien geen nut om eigen falen onder ogen te zien. Doen we dat wel dan gaan we twijfelen aan onszelf en zijn we onbetrouwbaar als partner voor samenwerking. Want wie wil er nou een onzeker iemand als partner?
‘Vanaf nu ga ik mijn gefoeter gebruiken, als signaal dat ik mijn potentie om de wereld te verbeteren uit het oog verlies.‘
Achteraf bekeken had ik kortstondig het gevoel gehad dat mijn kantoorgenoot me toch ergens de schuld van gaf. Hij had me meermaals gevraagd of ik echt goed had gecheckt dat ik niet op andere plekken poep had achtergelaten.
Volgens mij was dat betrapte gevoel dé aanleiding geweest om een lans te breken voor zwaardere straffen voor hondenpoephufters. Alsof ik aan mijn kantoorgenoot wilde laten zien dat ik echt wel te vertrouwen was en dat het aan ‘die anderen’ lag.
Op zich vind ik nog steeds dat ik gelijk had dat vooral de betreffende hondenbezitter schuldig is. En ik ben ook maar een mens, dus onderhevig aan iets menselijks als zelfmisleiding. Maar ik ben eigenlijk nooit voor hardere straffen. En, vooral, als we onszelf uit de analyse blijven houden, wordt de wereld nooit een betere plek.
Vanaf nu ga ik daarom mijn gefoeter gebruiken, als signaal dat ik mijn potentie om de wereld te verbeteren uit het oog verlies.
Als ik tegen mijn vriendin klaag dat ze niet opschiet, is dat het teken dat ík mag nadenken over wat ik heb gedaan dat we te laat komen. Als ik over iemand loop te zeuren omdat-ie niet lijkt te snappen wat ik bedoel, zie ik dat als een moment waarop ik kan ontdekken hoe ik beter kan duidelijk maken wat ik voorheb.
En als ik hondenpoep onder m’n schoen krijg, weet ik dat ik nog niet genoeg columns heb geschreven waarin ik het belang van het opruimen van hondenpoep onder de aandacht breng.
Want more? Check de rest van m’n blog, m’n Facebookpagina of m’n site. Of stel me gewoon een vraag.