Hoe onze smartphone de grote brenger van vrede is

Smartphones zijn de pest van onze samenleving, zeggen velen. Het maakt mensen tot sociale zombies, afgesneden van hun omgeving. Maar smartphones kunnen ook zorgen voor de-escalatie en een gevoel van normaalheid in oververhitte situaties.

Terwijl ik stond te wachten op station Hilversum, kwam er een vrouw het perron op lopen. Slank, harembroek, strak topje over een platte blanke borst.

Ze liep om een bankje heen dat plaats bood aan zes mensen. Vier mensen zaten er al. De harembroek vroeg iets aan een van hen, een vrouw met een bonte jurk om een volslank donker lichaam die druk bezig was in haar telefoon te praten. Harembroek wees op de boodschappentas van de bonte jurk. Die stond op een lege plek.

Toen bonte jurk niet reageerde, ging het opeens snel.

Harembroek pakte de tas met een vinnig gezicht en zette hem met een nog nijdiger gebaar op de grond, tussen de voeten van bonte jurk. Bonte jurk keek harembroek even vorsend aan en gaf haar toen een klap, vlakke hand op de schouder. Harembroek twijfelde geen moment en gaf meteen eenzelfde klap terug.

De andere mensen op de bank waren heel druk níét te kijken naar het tafereel.

Met een prikkende vinger in de richting van de ander riep harembroek: ‘Doe normaal! Ik had toch gevraagd de tas weg te halen?!’ Op dezelfde snelle, pinnige manier zei ze nog wat andere dingen terwijl ze gebaarde naar de boodschappentas en verschillende plekken op de bank.

Bonte jurk zei al die tijd niks en keek alleen maar.

De andere mensen op de bank waren heel druk níét te kijken naar het tafereel. Vooral de jongen naast bonte jurk wist niet goed wat hij ermee aan moest. Hier was een vrij ongebruikelijke catfight gaande, waar hij niet graag onderdeel van werd. Schuchter schoof hij een centimeter naar links, weg van zijn kleurrijke buurvrouw.

De dames staarden elkaar kort in stilte aan en gingen toen weer over tot de orde van de dag. Bonte jurk zei met tussenpozen volhardend en hard: ‘Hallo? Hallo?’ tegen haar telefoon. Harembroek pakte haar telefoon er ook bij en moest meerdere keren lachen om iets wat daarop te zien was.

Katten maken zich na zo’n ontmoeting direct uit de voeten. Deze dieren bleven vrolijk naast elkaar zitten.

Terwijl iedereen op die bank zijn best deed om te doen of er niets gebeurd was, kon ik het niet laten om het nog eens goed in me op te nemen. Wat gebeurde hier? dacht ik.

Dit had iets weg van een onderonsje tussen broer en zus, net voordat vader en moeder ingrijpen – waarbij bonte jurk natuurlijk de broer en harembroek de zus was. Maar ik vermoed niet dat deze twee vrouwen familie zijn, laat staan dat ze uit één gezin komen.

Het deed me ook denken aan twee katten die elkaar per ongeluk tegen het lijf lopen: een korte en heftige ontmoeting met snelle uithalen. Maar katten maken zich na zo’n ontmoeting direct uit de voeten. Deze dieren bleven vrolijk naast elkaar zitten.

Maar die vrolijkheid was slechts schone schijn: toen harembroek naar haar trein liep, keek bonte jurk haar hoofdschuddend na.

Doen alsof ze normaal deden wás normaal doen.

Let’s face it: harembroek en bonte jurk hebben allebei issues. Het is niet normaal om zomaar met een nijdige beweging boodschappentassen van onbekenden te verplaatsen. En het is niet normaal om een onbekende te slaan, ook al verplaatst die je boodschappentas.

En dat is juist het mooie aan deze situatie: zelfs twee gekkies als harembroek en bonte jurk deden na hun uitbarsting weer normaal. Want het doen alsof ze normaal deden wás normaal doen.

Dieren kennen drie tactieken om een gevaarlijke situatie met een ander dier aan te gaan – in goed Nederlands: fight, flight of freeze. De dames kozen eerst voor het vechten, wat juist abnormaal is.

De korte uitval van harembroek en bonte jurk is de uitzondering, de stille non-reactie van alle vijf de bankzitters de regel.

Bevriezen is eigenlijk voor mensen het meest normale. Als er iets gebeurt wat potentieel gevaarlijk is, zoals een vechtpartij, doen de meeste mensen niks. Het aantal onderzoeken waaruit blijkt dat mensen liever kiezen voor il dolce far niente dan voor kloeke actie is niet te tellen.

De korte uitval van harembroek en bonte jurk is de uitzondering, de stille non-reactie van alle vijf de bankzitters de regel.

Ik denk dat de vrouwen wakker schrokken van elkaars klappen. Toen zagen ze opeens dat ze met iets geks bezig waren. En in hun wakkerdere staat kozen beide vrouwen voor stil blijven zitten.

De smartphone is de grote pacifier.

Er is schijnbaar voor sommige mensen een escalatie nodig om in te zien dat vechten niet de normale optie is. Zij moeten vechten om de gekheid van vechten in te zien, letterlijk een klap krijgen om weer in het gelid van de freezers te gaan staan.

Gelukkig voor alle normale én gekke mensen is er tegenwoordig de smartphone, het beste excuus om net te doen alsof er niks gebeurd is, zelfs als je klappen uit hebt gedeeld.

En zolang iedereen op zijn schermpje kijkt, weet iedereen van elkaar dat-ie geen gekke dingen doet. Zo is de smartphone de grote pacifier.


Olav de Maat is organisatieadviseur, sociaalgedragscoach en schrijver (en soms spreker). Hij heeft een boek, een Facebookpagina, een website, een dochter, een hond en een vriendin.


 

Wie het eerste ruikt moet het zeggen tegen degene die z’n kontje heeft gebruikt

Uit onderzoek blijkt dat schaamte afneemt wanneer de schamers zichzelf kunnen verplaatsen in de waarnemers van de situatie. Als je dus getuige bent van een gênante situatie, laat weten hoe je die ervaart. Dan doe je de daders van gênante acties een plezier.

Ik neem dit jaar geen vakantie. Te veel dingen die ik wil doen. Als gevolg hiervan zit ik veelal alleen op kantoor, een kantoor dat ik – buiten vakantietijd – deel met andere ondernemers.

Nu hebben niet al te lang geleden een paar dames zich bij ons groepje huurders gevoegd. Tot die tijd waren we met vier à vijf mannen. En tot die tijd maakten we geen onderscheid tussen het heren-, invaliden- en damestoilet.

Daardoor mag ik nog altijd graag ook eens in de zoveel tijd gebruik maken van het damestoilet om een grote boodschap te doen. Niet om een bijzondere reden. Gewoon, om niet elke dag op dezelfde wc te zitten (en omdat de mannen-wc gewoon veel vaker gebruikt wordt en daarom niet zo schoon is – oké, daarom ook).

Ik ga natuurlijk wel alleen als er geen dames aanwezig zijn die dag.

Toen ik net vijf minuten weer op m’n plek zat, kwam Sara voorbij.

Zo ook vandaag. Ik had in het eerste uur dat ik op kantoor was niemand gezien dus ik waande mij alleen voor de rest van de dag. Daarom durfde ik het ervan te nemen.

Toen ik net vijf minuten weer op m’n plek zat, kwam ‘Sara’ voorbij. ‘Goeiemorgen!’ zei ze opgewekt. ‘Goeiemorgen!’ zei ik, in een poging ook opgewekt te klinken. Ik hoopte dat ze niet merkte dat ik het wat warm kreeg en van binnen een klein beetje in elkaar kroop.

Want wat als Sara snel naar het toilet moet? Dan merkt ze geheid dat er iemand voor haar was geweest. En dan kan ze alleen maar concluderen dat ik op ‘haar wc’ moet hebben zitten…

En het lijkt erop dat ze binnen ‘afruikbare tijd’ na mij is gegaan.

Nu wens ik al de hele dag dat het gesprek op een of andere manier komt op mijn damestoiletbezoek.

Nu wens ik al de hele dag dat het gesprek op een of andere manier komt op mijn damestoiletbezoek. Dan kan ik Sara mijn excuses aanbieden en vertellen dat ik niet wist dat ze er zou zijn vandaag, dat ik het toilet altijd netjes achterlaat en dat ik haar toilet gebruikt heb omdat de mannen nou eenmaal niet zo fris is als de vrouwen.

En dan zou zij niet van me kunnen denken dat ik een vieze man ben en zou ik me niet zo opgelaten voelen.

Maar dat is natuurlijk een onmogelijke wens. Zo werkt het niet.

Want hoe vaak confronteren we elkaar met een gênante situatie die iedereen stiekem allang kent? Als de adem van je buurman stinkt, je gesprekspartner een scheetje laat of je baas niemand kan boeien met zijn presentaties, doe je daar dan wat mee?

Uit onderzoek blijkt dat schaamte afneemt wanneer de schamers zichzelf kunnen verplaatsen in de waarnemers van de situatie.

Als je maar een beetje op een mens lijkt zal je antwoord ‘nee’ of tenminste ‘bijna nooit’ moeten zijn. En dat is jammer.

Want uit onderzoek blijkt dat schaamte afneemt wanneer de schamers zichzelf kunnen verplaatsen in de waarnemers van de situatie. Als je als waarnemer laat weten hoe je de situatie ziet dan doe je de daders van gênante acties dus een plezier.

Plus, als je benoemt wat de ander deed krijg je meestal een verklaring voor het gedrag. Die verklaring zorgt ervoor dat jij meer begrip krijgt voor de schamer.

Zo breng je dader en waarnemer, schamer en oordeler of gewoon mens en mens – weer wat dichter bij elkaar. En dat is, behalve in een toilet, altíjd een goede zaak.


Olav de Maat is schrijver, sociaalgedragscoach en organisatieadviseur (en soms spreker). Hij heeft een boek, een Facebookpagina, een website, een dochter, een hond en een vriendin.