Twee weken geleden zegde ik de huur op van ons huis. Eerst telefonisch, in een gesprek met de eigenaar. Daarna, op zijn verzoek, nog een keertje via een kort e-mailtje. Vorige week kreeg ik het verzoek om het nogmaals te doen via een brief. Onzin natuurlijk, maar ik heb het wel gedaan. Want mensen worden nou eenmaal gedreven door het in stand houden van relaties, niet door het maximaliseren van nut.

We gaan verhuizen. Over een maand of twee, drie. Naar een huis dat we hebben gekocht, zoals ik eerder schreef. Het wordt flink verbouwd dus we kunnen er pas per 1 juli in.

Ik vertelde de eigenaar dat telefonisch. Die vroeg me om het nog even kort op de mail te zetten want ‘dat gaat het verhuurbureau ons natuurlijk vragen’. De eigenaars verhuren hun huis namelijk via een makelaar. Na mijn mail mailde de eigenaresse me vorige week of ik dus nogmaals de huur schriftelijk wilde opzeggen.

‘Wij adviseren een verhuurder altijd om van een huurder te verlangen dat deze de huurovereenkomst officieel en schriftelijk per brief opzeggen.’

In de berichtgeschiedenis stond een e-mail van het verhuurbureau die verklaarde waarom ze dat deed.

Wij adviseren een verhuurder altijd om van een huurder te verlangen dat deze de huurovereenkomst officieel en schriftelijk per brief opzeggen. Een en ander volgens onder meer artikel 3.1 van de huurovereenkomst […]. Een kopie van de brief stuurt de huurder i de meeste gevallen eveneens naar onze postbus, zoals gevraagd in 3.1. Verhuurders sturen ons zo wie zo een kopie als pdf. Aan de hand van de ontvangen opzegging controleren wij altijd of de juiste opzegtermijn etc. is gehanteerd. Ook starten wij dan de verdere communicatie m.b.t. de eindinspectie op.

Een paar dingen gingen hier mis – los van de grappige combinatie van formeel taalgebruik en schrijffouten.

Ten eerste hadden wij onze huurovereenkomst al schriftelijk opgezegd. Ik heb het even opgezocht en vond dat een e-mail rechtsgeldig en net zo hard als een papieren document is zolang er niet wordt ontkend dat hij is ontvangen of dat de inhoud echt is. Op mijn eerste opzeggingse-mail had ik een bevestiging gekregen van de verhuurder. Dus van ontkenning van ontvangst of de echtheid van de inhoud was geen sprake.

Dat er tussen begin april en 1 juli meer dan een maand zit kan iedereen uit het hoofd uitrekenen.

Juridisch was er dus geen reden voor deze dubbele bevestiging van opzegging. Maar dat boeit me eigenlijk nog het minst.

Het tweede en veel belangrijkere dat hier fout ging is dat onze relatie met de verhuurders gedevalueerd werd. Die relatie is namelijk erg goed. Door te ‘verlangen’ dat wij de huurovereenkomst ‘officieel en schriftelijk per brief’ opzeggen vermaakte het verhuurbureau onze relatie tot een van huurder-verhuurder. Terwijl we elkaar al jaren bij de voornaam noemen.

En, fout nummer 3, waar onze onderlinge relatie werd gedevalueerd, promoveerde het verhuurbureau onterecht zijn eigen rol juist. Want wat had dat nog te doen?

De opzegtermijn controleren? Die is een maand. Dat wisten wij en de eigenaars vast ook. En dat er tussen begin april en 1 juli meer dan een maand zit kan iedereen uit het hoofd uitrekenen.

Loos papierwerk, devaluatie van onze relatie met de eigenaars en zelfpromotie van de makelaar.

Of is de eindinspectie dan echt een makelaarsding? Neen. Want gisteren is de eigenaresse zelf met mijn vriendin door het huis gegaan en hebben ze vastgesteld wat er aan het huis verbeterd moet worden. Niet om die ‘schade’ in te houden van onze borgsom, maar om een en ander te laten verbouwen voor de volgende huurders.

Tenslotte, en daarmee is ook meteen het laatste wat je van een verhuurbureau zou kúnnen verwachten om zeep: wij hebben zelf de volgende huurders aangedragen. Die liepen gisteren mee door het huis met de eigenaresse en mijn vriendin. En die gaan zelf de verbouwing doen.

Kortom, loos papierwerk, devaluatie van onze relatie met de eigenaars en onterechte zelfpromotie van de makelaar. Drie onnodige gevolgen van één mailtje. Maar er zat nog een staartje aan dit verhaal dat me misschien nog wel het meest aan het hart gaat.

Wat hierboven staat heb ik in (veel) minder woorden ook aan de eigenaars gezegd. Ik schreef dat we een briefje op zouden stellen maar dat het me wel tegenstond. Hierop reageerden zij dat ze me gelijk gaven. Én dat ze het heel fijn vonden dat we onze huur per brief zouden opzeggen.

Mensen worden veel meer gedreven door het in stand houden van een relatie dan door het maximaliseren van nut.

De reden die ze daarvoor gaven was eigenlijk vooral dat ze de relatie met het bureau in stand wilden houden. Met nut of logica had het weinig te maken.

En daarin zit wat mij betreft de les van deze ervaring: mensen worden veel meer gedreven door het in stand houden van een relatie dan door het maximaliseren van nut.

En laat dat ook helder zijn: ik ben ook een mens. Ook ik ben overstag gegaan. Onder loos protest – en de melding dat ik hoopte dat hij zijn procedures zou aanpassen voor de volgende huurder die opzegt – heb ik een brief opgesteld, ondertekend, ingescand en als pdf verstuurd naar de makelaar. Ook ik wilde niet mijn relatie met de verhuurders op het spel zetten om een punt te maken.

Toch hoop ik dat we allemaal scherper zijn op die kleine kansen om de núttige menselijke relatie weer bovenaan te zetten. Er is altijd wel iets wat je minder of niet kunt doen om daarvoor te zorgen.

Want juist door op de korte termijn te kiezen voor het behouden van een relatief onbelangrijke relatie kunnen we op de langere termijn echt waardevolle relaties devalueren.


Meer? Dan heb ik nog de rest van dit blog, een boek, een Facebookpagina en een site.


 

Leave a comment